16 december 2025
Gebruikers online: 0

Overjarig riet van grote waarde

Geplaatst op: 24 februari 2016 Gepubliceerd door:

In de winterperiode werkt Natuurmonumenten in De Wieden aan het overjarige riet. Vanaf 15 maart wordt er niet meer gemaaid. Dan moeten de landerijen met resterend overjarig riet weer welkom terrein zijn voor broedende moerasvogels. Tot die tijd werkt onder meer aannemer Jan Smit aan het onderhoud van de geselecteerde hectares.

“Kijk zie je dat riet? Pak het maar eens, dat breekt snel. Dat is dus overjarig”, vertelt Jan Smit uit Dwarsgracht om al snel weer gas te geven met zijn buitenboordmotor. Het is nat en winderig op de Kleine Beulakerwijde en Smit is op weg naar collega’s in het veld. Ondanks het slechte weer geniet hij van zijn werk. “Als het echt met bakken uit de hemel komt, is het lastig werken. Maar vandaag gaat het prima.”

Hij is rietteler en werkt ook als aannemer in opdracht van Natuurmonumenten. Varend langs de velden wijst hij naar de verschillende rietkragen. “Van afstand zie je heel goed het kleurverschil. Overjarig riet is niet dat mooie gele riet, maar is veel donkerder van kleur”. Op de meeste rietlanden wordt het jonge goudgele riet jaarlijks gemaaid. Dat is nog stevig riet en is geschikt om te dienen als dakbedekking.

Maar tussen die gekortwiekte percelen duikt dus af en toe een hectare ‘overjarig’ op. Tussen de beschutting van die grauwe langere rietkragen willen vogels als de roerdomp, de snor en de bruine kiekendief graag hun nesten bouwen in het voorjaar.

Toch hebben ook deze rietlanden om de zoveel jaar onderhoud nodig. Tussen het riet springen elzen en wilgen met rap tempo uit de grond. Smit: “Als je te lang geen onderhoud pleegt aan zo’n veld, ontstaat verbossing en verdwijnt het riet op ten duur.” Hij meert aan bij een veld waar zijn collega’s aan het maaien zijn. Zittend op een speciale mulchmaaier ploegt een van Smits mannen door het zompige veld.

Mulchen is een ecologisch verantwoorde maaimethode waar riet, bomen en struiken fijn worden versnipperd en verspreid over het veld. Op een naburig perceel barst het van de zeggepollen. Daartussen wordt gemaaid maar de pollen blijven overeind. Deze pollen geven op hun beurt beschutting aan otters en andere diersoorten.

Smit vaart met straffe tegenwind verder naar een andere stuk land dat pas door hem is gemaaid. Links aan de horizon komen de Vollenhoofse scheepswerven in zicht en rechts is de toren van Blokzijl goed zichtbaar. “Hier lag ook een strook overjarig riet, precies tussen twee weidevelden. Uit onderzoek bleek dat dit stuk riet te hoog was waardoor de weidevogels niet wilden broeden in het naburige weiland. Die vogels willen juist openheid in plaats van beschutting.”

Smit werkt bijna twintig samen met Natuurmonumenten aan het beheer van De Wieden. Hij is blij dat hij in de natuur mag werken. “Als jonge jongen werkte ik als constructiebankwerker in de fabriek, maar ik kwam er al snel achter dat ik niet tussen vier muren moest werken. Ik wil in de natuur zijn.”