Duikbedrijf Harm Bonsink viert 25-jarig bestaan
Geplaatst op: 1 mei 2017
Directeur-eigenaar Maarten Kamp leidt gasten rond. Tekst en foto's: Enrico Kolk
De Bonsinks vormen een bijzondere familie in Zwartsluis. De één heeft een maritiemservicebedrijf, de ander heet aquaservice. Gemene factor: water. Harm Bonsink, ook een telg van de familie, bekeek het van een andere kant: de onderkant. Vandaag vierde Duikbedrijf Harm Bonsink het 25-jarig jubileum.
De eerste twintig jaar van het bedrijf stond de naamgever zelf aan het roer. “Tropenjaren waren het”, blikt hij terug. “Het was echt enorm intensief, maar ik heb het met veel plezier en liefde gedaan. Op een gegeven moment dacht ik: ‘er is meer dan werk’.”
Bonsink, toen 52 jaar oud, verkocht de zaak aan werknemers Arjan ten Napel en Maarten Kamp. “Dan spring je toch wel in het diepe”, vertelt Kamp. “Maar je doet het niet alleen, we doen het samen met het personeel. De tijd die vliegt.”
Voor Ten Napel had de overname, net als Kamp overigens, ook een principiële grondslag: “Zodat ik zelf kan bepalen dat ik niet op zondag hoef te werken. Alleen als het echt nodig is, komen we in actie.” Gelukkkig, beaamt Bonsink. Ook hij werkte principieel niet op zondag.
Ook bijzonder is dat het bedrijf ‘zelfvoorzienend’ is, in de woorden van Ten Napel. “We bedenken allerlei oplossingen bij diverse calamiteiten”, zegt hij. “Eigenlijk ben je een verlengstuk van iemand die het niet meer alleen kan”, vult Kamp aan. “Je probeert anderen te helpen, dat is ons vak. En daarbij roeien we met de riemen die we hebben. En of dat dan boven of onder water is, maakt ons niet uit.”
Het duikbedrijf heeft het hele land als werkgebied. “We hebben zelfs een mobiele zuiveringsinstallatie”, merkt Ten Napel op. Dat het bedrijf zo’n speler zou worden, had Bonsink bij de start niet gedacht, geeft hij toe. “Zover kijk je helemaal niet vooruit. Achteraf was het ook maar een kort poosje.”
Bij de huidige eigenaren is nog steeds dezelfde insteek aanwezig. Ten Napel: “Het bedrijf loopt goed. We moeten gewoon lekker doorgaan. En dat hoop ik nog vele jaren te doen.”




